Al het afval dat je niet gescheiden kunt inleveren, mag bij het restafval. Het gaat dan om bijvoorbeeld kattenbakvulling, koffiecupjes of een kapot wijnglas.
Twijfel je of iets in een inleverbak of bij het restafval thuishoort? Kies dan altijd voor restafval.
Als de thuiszorgmedewerker het materiaal heeft meegenomen, is deze officieel ook verantwoordelijk voor het afvoeren ervan. In verband met de hygiëne moet materiaal dat in contact is geweest met bloed en urine etc. bij het restafval.
Ook verpakkingen van medicijn-vloeistoffen, denk aan ampullen en infuuszakken, horen bij het restafval. (Restanten van) medicijnen en injectie- of infuusnaalden moeten apart ingeleverd worden: bij de apotheek of bij de milieustraat.
Een corona zelftest hoort ook bij het restafval. Doe het afval van de gebruikte zelftest in een goed dichtgemaakt plastic zakje. Pas extra goed op als de zelftest een positieve uitslag gaf: doe ook dan alle onderdelen van de corona zelftest in een plastic zak voordat je het weggooit bij het restafval. Maak het oppervlak goed schoon waar je de zelftest hebt gedaan en was daarna je handen.
Restafval wordt in de afvalenergiecentrale verbrand. Dit levert energie op die wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken of voor stadsverwarming. Soms wordt restafval eerst nog nagescheiden: stoffen die nog gerecycled kunnen worden, zoals plastic, drinkpakken en metalen worden er dan uitgehaald. Na verbranding kunnen bruikbare metalen ook nog uit de asresten gehaald worden. De rest van de asresten wordt deels weer gebruikt bij de aanleg van wegen.