Al het afval dat je niet gescheiden kunt inleveren, mag bij het restafval. Het gaat dan om bijvoorbeeld kattenbakvulling, koffiecupjes of een kapot wijnglas.
Twijfel je of iets in een inleverbak of bij het restafval thuishoort? Kies dan altijd voor restafval.
Vind je een dode wilde vogel op je balkon of in je tuin en haalt het DWHC deze niet op voor onderzoek? Stop de dode vogel dan met plastic handschoenen aan in een plastic zakje en gooi het zakje weg bij het restafval. Was de plastic handschoenen en je handen daarna schoon met zeep. Op die manier kun je ook een dode wilde muis inpakken en weggooien. Ligt het dode dier niet op je eigen grond, dan is de grondeigenaar, bijvoorbeeld de gemeente, verantwoordelijk voor het opruimen.
Restafval wordt in de afvalenergiecentrale verbrand. Dit levert energie op die wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken of voor stadsverwarming. Soms wordt restafval eerst nog nagescheiden: stoffen die nog gerecycled kunnen worden, zoals plastic, drinkpakken en metalen worden er dan uitgehaald. Na verbranding kunnen bruikbare metalen ook nog uit de asresten gehaald worden. De rest van de asresten wordt deels weer gebruikt bij de aanleg van wegen.